Resonante antennes

   Het bouwen van een mini-beam is ook een resonante antenne. wij hebben er 2 gebouwd. Een voor 20 en een voor 15 meter. Oorspronkeliijk een idee van PA3AJW die een combinatie-antenne voor 15 en 20 meter maakte. Voor contestdoeleinden hebben wij er 2 mini-beams van gemaakt.
Voor een foto overzicht klik je op de toets

   Foto's beam.



 Ook op het ARRL web is er een hoop te vinden over mini-beams.


   ARRL Web.



Het maken van resonante draadantennes. (dipolen)        door Hans PA7HPH

In dit artikel volgt de ervaring opgedaan door het bouwen van resonante antennes ten behoeve van  contesten zoals de PACC.

Voorwaarden die we gesteld hadden. 

Genoeg ruimte.
Portabel gebruik.
Coax voedingslijn.
Aanpassen door baluns.
Rondstralende eigenschappen.

Waarom resonante antennes?

Door het toepassen van resonante antennes heeft men de volgende voordelen:

Geen lopende golven.
Alleen staande golven 
Maximale energieoverdracht.
Geen antennetuner nodig.
De kortste resonante dipool die je kunt maken is een ½ golf dipool. Aan het uiteinde van de draad is de stroom het kleinst en de spanning het grootst. In het midden hebben we dan een reflectie vrij punt waarvan de impedantie afhangt van een aantal zaken maar in optimale toestand 73 Ohm.

Nadeel:

De antenne is voor 1 frequentie geschikt.
De antenne kan een voorkeursrichting hebben.
Geen versterking.

Bovenstaande geeft mischien een te kleurig beeld, het is daarom ook theorie.
Door het maken van de antennes en het testen in het open veld kwamen de problemen vanzelf. 

Berekening van de lengtes.

Als voorbeeld neem ik de 80 meter antenne. (3,6 Mhz)
Slechts een formule was nodig voor berekening van de dipoollengtes.
Een halve lengte: 300:(3,6 x 2) x 0,9:2= 18,74 meter.

Let op dat de verkortingsfactor afhangt van de toegepaste antennedraad. Ik had een waslijndraad van 3 mm dikte met een flexibele stalen kern en een kunststof isolatie. Na veel proeven bleek dat de verkortingsfactor tussen de 0,82 en 0.92 te liggen. Als je 0,9 neemt zit je aardig in de buurt. Neem de draad een halve meter langer in verband met het " knippen" Er af knippen gaat wel maar er bij wordt wat moeilijk.

Opstelling van de testfase.

Wij hadden een oude telefoonpaal ter beschikking met een katrol in de top. Zo konden we vlug de antenne laten zakken voor wijzigingen. Zie de FOTO'S.
Wel direct de balun bevestigd. Wij hadden geen antenneanalyser tot onze beschikking dus moesten wij het doen met een portabele set van Jille PA1DV, wat ook perfect ging. Een SWR meter werd in serie geschakeld voor bepaling van het resonantiepunt. Het resonantiepunt is ook afhankelijk van de hoogte van de antenne en de hoek gezien vanaf het voedingspunt. Het zal daarom ook een benadering zijn. het kan best zijn dat als de antenne ergens anders wordt  geplaatst  een ander resonantiepunt laat zien maar dat hoeft geen probleem te zijn. 

Wij konden alle antennes zo maken dat de SWR meter vrijwel geen reflectie liet zien, dus voor ons een effectieve antenne was. 
Wel waren de antennes vrij sterk gepiekt (smalbandig). Buiten het resonantiepunt steeg de SWR snel maar bleef de hele band binnen 1:2. 

Verliezen.
Natuurlijk zijn er verliezen maar die waren zo noemenswaardig klein dat wij dat niet konden waarnemen. Zorg daarom voor goede coax en zorg dat alle aansluitingen goed vastzitten. Gebruik een balun als aanpassing. Zo voorkom je mantelstromen wat als een vervelende storing kan werken ( bij de buren ) 

In onze laatste PACC contest (2005) deden alle antennes het prima. De dipolen hadden we als een Inv.V opgehangen in verband met de rondstralende eigenschappen. Dit laatste hopen we maar omdat we het stralingspatroon niet konden bepalen. Het blijft toch altijd een compromis omdat de locatie steeds anders is en je dan te maken hebt met wisselende grondeigenschappen en opstralingshoek. Volgens mij is het schuin wegspannen een voordeel ten aanzien van de bodemreflectie en fasekering. 
              
Als hulpmiddel had ik een HF snuffelaar gemaakt om de variatie te zien op de antenne. Zie FOTO.